Ben ik al rechts genoeg? Herziene tekst
“Als het slecht gaat (met de partij) wil de PVDA altijd naar links” schrijft Martin Sommer in de Volkskrant van 20 september. En, zo betoogt hij, de weg naar de volgende verkiezingsnederlaag is nu eenmaal geplaveid met linkse voornemens. Dan ga je, als goedbedoelend partijlid, je toch afvragen of je zelf ook behoort tot de domkoppen die, terwijl de partij zich op glad ijs bevindt, met een scheve schaats naar het linkse wak rijden. Ik vind ook dat de gewone Grieken de rekening moeten betalen voor de onverantwoordelijke zelfverrijking van bankiers en grootaandeelhouders. Ik denk ook dat de banken en de hele zogenaamde financiële economie de voornaamste oorzaak zijn van de Europese crisis en dat het neoliberalisme de eerste aanstichter is van de serie van crises die in 2008 is losgebarsten. Volgens Sommer stuk voor stuk symptomen van de gevaarlijke linkse ziekte. Nee, betoogt hij, de partij moet als èèn mens achter onze succesministers blijven staan, Timmermans, Dijsselbloem en Asscher, “allemaal stevig rechts in de partij”. En vooral achter Samsom, de architect van de “stille verbouwing” van de partij in zaken als zorg, de pensioenen en de woonkosten. En de partij moet beslist niet morrelen aan “wat de PVDA op zijn best is, een tamelijk rechtse sociaaldemocratische bestuurspartij”.
Als u het mij vraagt moeten we zeker vastbesloten achter Samsom en onze ministers blijven staan, de populaire en de andere; ze verdienen het ten volle. Wat er nu gebeurt hebben we met zijn allen gewild en geweten toen we mee gingen doen met Rutte II. De hoognodige hervormingen die met name VVD en CDA altijd voor zich uit hebben geschoven moesten er nu eindelijk van komen. Wat waard is gedaan te worden is waard om onvolmaakt gedaan te worden, als het niet anders kan. En het kon niet anders, omdat de SP nog halsstarriger vast bleef vasthouden aan “verworven rechten” dan zelfs de rechtse partijen. Door in zee te gaan met de VVD hebben we tenminste de scherpste asociale kantjes er van af kunnen slijpen.
Maar kan een sociaaldemocratische partij tamelijk rechts zijn? Moeten wij echt onze tong afbijten en klakkeloos toejuichen wat dit kabinet allemaal doet; zou dat een mooi verkiezingsresultaat opleveren? Zouden we niet het beeld oproepen van een onbetamelijk rechtse CDA zonder christelijke vlag? Vlees noch vis; links praten en rechts doen? En denkt Sommer nu echt dat al die VVD-ers en CDA-ers die onze sterministers hoge scores geven, bij de verkiezingen op de PVDA gaan stemmen?
Wat zouden we dan moeten doen? Gewoon doorgaan dus met de gok die we genomen hebben in de hoop dat er bij de volgende kamerverkiezingen begrip is ontstaan voor wat wij aan het doen zijn. Maar dan mogen wij wel van onze ministers verwachten dat zij duidelijker weten te maken welk beleid uit onze koker komt en wat afkomstig is van de VVD. Duidelijker dan ze nu doen. Zeker, in onze politieke cultuur geldt dat het kabinet met één mond spreekt. Bij een samenstelling van tegendelen, zoals we die in het kabinet hebben, is dat wel heel bezwaarlijk.
Herziening van de tekst: In de oorspronkelijke tekst stond hier een voorbeeld van een in mijn ogen onverstandige actie van een PvdA-bewindspersoon. Dit voorbeeld bleek op een onjuist krantenbericht te berusten en is geschrapt.
Sommer heeft een op het eerste gezicht overtuigend artikel geschreven. Hij schrijft smeuïg en is niet vies van een dosis framing en een scheut demagogie. Als voorbeeld van een in de rechtse kudde teruggekeerd, naar links verdwaald schaap meldt hij “dat ook Jan Pronk terug is. Die had de partij met slaande deuren verlaten vanwege ‘verloochening van een kernbeginsel’. Maar hij kon zichzelf niet missen en hup, via het wc-raampje is hij er weer”.
Wie door de smakelijke – nou ja … – verpakking heen kijkt ziet dat Sommers redenering niet klopt.