Door op 15 februari 2014

“Gemeentelijke steun aan verenigingen met sociale paragraaf in hun beleidsplan bespreekbaar”

Dit is één van de uitspraken van lijsttrekker Jan Puper gedaan tijdens het sportdebat van 13 februari op het Gemeentehuis in Diever.  Hij reageert hiermee op één van de zes stellingen, die aan de lijsttrekkers van alle partijen in Westerveld zijn voorgelegd. De antwoorden van Jan Puper op de zes stellingen staan hieronder:

1. DE SPORTCLUB: Kostenbesparing van de gemeente wordt afgewenteld op vrijwilligers.
Ja. Zodra de gemeente bezuinigt betekent dit automatisch een extra druk op vrijwilligers. Hoeft niet erg te zijn, als het maar haalbaar is. Zomaar een ordinaire bezuiniging staat ons tegen, daar moet wel een gedachte achter zitten.

2. GEZONDHEID: Met een goed lokaal sport- en beweegbeleid kun je kosten van de gezondheidszorg substantieel verlagen.
Ja. Klopt deels, is niet alleen een kwestie van bewegen. Ook levensstijl, alcohol en drugs, voorlichting en eetpatroon spelen hierin een grote rol.

3. LEEFBAARHEID: Sport is een uitstekende manier voor mensen om elkaar te ontmoeten, vooral daar waar de voorzieningen verdwijnen.
Ja. Het sociale leven speelt zich vaak ook af op sportvelden. Niet alleen voor jong maar ook oud; zowel actief als passief meedoen is belangrijk.

4. MAATSCHAPPIJ: De gemeente geeft actieve en financiële steun aan verenigingen met een sociale paragraaf in het beleidsplan.
Ja. Gebeurt nog niet maar dit zou een prima prikkel zijn voor sportverenigingen om breder te gaan denken.

5. PARTICIPATIE: De gemeentelijke sportnota ontstaat samen met het werkveld.
Ja. De sportnota die in de lade ligt moet opnieuw bekeken worden. Vanuit de sportclubs zelf moet deze herschreven worden.

6. BELEID: Voor sportstimulering is geen duidelijk beleid.
Ja. Beleid is vaag. Overigens weten de sportclubs zelf heel goed wat er leeft. Indien problemen dreigen te ontstaan zijn zij heel goed in het herkennen en het oplossen ervan. Gemeente moet niet alles willen beheersen en controleren.