Door op 29 juli 2013

Vrouwendiscriminatie, iets van het verleden?

Allemaal, vrouwen zowel als mannen, zijn we eraan gewend dat vrouwen worden achtergesteld. “Dat is nu eenmaal een door traditie en geschiedenis gevestigd onderdeel van onze manier van leven, van onze cultuur” is de gedachte, “zo is het overal en zo was het altijd en zo zal het ook wel blijven.” Gelukkig is het niet helemaal in beton gegoten want er zit wel enige beweging in, vooral dankzij de vrouwenemancipatiebeweging uit de vorige eeuw.

Om enkele stappen vooruit te noemen: vrouwen hebben stemrecht gekregen en handelingsbevoegdheid voor de wet, hebben inmiddels toegang tot alle beroepen, krijgen geen ontslag meer wanneer zij trouwen. In sommige situaties krijgen ze zelfs voorrang: ‘vrouwen en kinderen eerst’ bij schipbreuk bij voorbeeld. Vrouwen krijgen echter ook nu nog minder betaald dan mannen voor gelijk werk, dat ‘glazen plafond’ is ook geen fabeltje en van een eerlijker verdeling van zorgtaken tussen mannen en vrouwen, komt daar nog wat van?

Toch is het nog wel te begrijpen dat veel mensen, waaronder vrouwen, de discriminatie van vrouwen in hun hart een luxeprobleem vinden. Over het algemeen en uitzonderingen daargelaten, leiden vrouwen in het rijke Westen geen beklagenswaardig leven en door de eeuwenlange traditie van achterstelling van vrouwen zit het idee dat het waarschijnlijk zo ook hoort en door de natuur of door God zo is gewild heel diep.

Onbegrijpelijke gelatenheid over het lot van vrouwen elders in de wereld
Het is moeilijker te begrijpen dat wij ons zo weinig gelegen laten liggen aan het lot van vrouwen elders in de wereld. Lange tijd hebben we het idee gehad dat het leven voor vrouwen daar niet over rozen ging, maar dat er wel een verandering ten goede plaats vond. De weduwenverbranding in India, bij voorbeeld, was toch maar afgeschaft. Sinds enkele jaren weten we dat we ons met een illusie gevleid hebben.

Van de berichtgeving over Congo hebben we geleerd over verkrachting als oorlogswapen en als straffeloos en vanzelfsprekend tijdverdrijf. In dat land worden nog steeds op grote schaal vrouwen en meisjes verkracht. In Dubai en andere shari’alanden geldt verkracht worden nog steeds als een misdaad. Op het Tahrirplein worden nog steeds vrouwen aangerand en verkracht in het bijzijn van een plein vol mensen. Het zijn nog steeds de vrouwen en de meisjes die het slachtoffer zijn van eerwraak. Malala, die opkwam voor het recht van meisjes op onderwijs, is nog steeds niet veilig in Pakistan. In India kunnen vrouwen niet veilig op straat lopen. En de vrouwenbesnijdenis behoort nog steeds niet tot het verleden.
In China heeft de één-kindpolitiek geleid tot het vermoorden van pasgeboren meisjes. Ook in andere delen van Azië leidt moord op met name vrouwelijke baby’s tot achterblijvende aantallen vrouwen en meisjes.

In enkele Zuid-Amerikaanse landen halen vrouwen langzamerhand hun achterstand in. Dat lokt echter een tegenbeweging uit van mannen die zich voorbijgestreefd voelen en in landen met een zwakke rechtsstaat waar een feitelijke straffeloosheid heerst, zoals Mexico en Guatemala zien we een toename van moorden op vrouwen.

Achterstelling van vrouwen is wijd verspreide dwaling
Wij hebben lange tijd de indruk gehad dat achterstelling van vrouwen en zeker het  misbruik maken van vrouwen als iets vanzelfsprekends alleen nog maar bij halfgaren en criminelen voorkwam. Uit die wensdroom zijn we nu hardhandig gewekt. In het hart van vrijwel alle culturen zit het vooroordeel dat vrouwen ondergeschikte mensen zijn, minderwaardig, zoals er lang gedacht is dat het ene ras minderwaardig is aan het andere, en wel aan het onze. Het gaat hier om een wijd verspreide dwaling, als het ware een ziekte die virulent blijft doordat de mannen het met de culturele moedermelk binnen krijgen en elkaar ermee blijven besmetten, terwijl de vrouwen op dezelfde manier de lijdzaamheid ingeprent krijgen en het gevoel dat het zo hoort.

Deze dwaling is niet minder schandalig omdat ze zo algemeen blijkt te zijn. En niet minder hardnekkig omdat ze officieel als dwaling is gebrandmerkt. Reeds in 1979 heeft de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties het Vrouwenverdrag aangenomen, officieel het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen. Discriminatie wordt daarin als volgt gedefinieerd: “elke vorm van onderscheid, uitsluiting of beperking op grond van geslacht, die tot gevolg of tot doel heeft de erkenning, het genot of de uitoefening door vrouwen van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden op politiek, economisch, sociaal of cultureel gebied, op het terrein van de burgerrechten of welk ander gebied dan ook, ongeacht hun echtelijke staat, op de grondslag van gelijkheid van mannen en vrouwen aan te tasten of teniet te doen”.

Bijdragen aan het opheffen van achterstelling van vrouwen
In 2012 hadden 189 landen het verdrag geratificeerd. Zoals alle verdragen inzake mensenrechten vormt dit slechts een eerste aanloop naar de feitelijke uitbanning van de discriminatie. Daarom is het zo belangrijk dat meer mensen zich ervoor inzetten en het regelmatig aan de orde stellen. Natuurlijk, een door de eeuwen heen ingesleten gewoonte biedt hardnekkig weerstand. Verandering daarvan kan alleen van binnenuit komen, maar wij kunnen daar een handje bij helpen als we dat verstandig aanpakken. Dat kan op verschillende manieren:

1.  Langs politieke weg
Minister Frans Timmermans heeft er voor gezorgd dat mensenrechten weer een hoeksteen wordt van het buitenlands beleid van Nederland. “Prioriteiten in het kabinetsbeleid zijn de bescherming van mensenrechtenverdedigers, het opkomen voor gelijke rechten van lesbiennes, homo’s, biseksuelen en transgenders (LHBT), en het opkomen voor gelijke rechten voor vrouwen. Veel Nederlanders vinden deze onderwerpen belangrijk omdat ze passen in de waarden die wij delen.”, zo staat te lezen in een bericht op de website van Buitenlandse Zaken.

2.  Via onze handels- en andere contacten
Vergelijk het met de actie voor betere werkomstandigheden in de kledingindustrie in Biafra.

3.  Maar ook individueel
Door als vrijwilliger mee te werken aan organisaties als Amnesty International of CARE  dat een breder pakket aan activiteiten biedt.

Als het ergens geldt, dan geldt hier dat vele kleine acties op den duur een groot effect kunnen hebben.

Aan de totstandkoming van deze tekst is bijgedragen door Reina van der Weij en Luuc Christensen.